Wie past op het erfgoed van de oorlog? Van tastbare herinneringen tot geschiedenis

Het Ministerie van VWS besloot in 2006 om in een vierjarig programma het 'erfgoed van de oorlog' voor het nageslacht veilig te stellen. Dit als onderdeel van een bredere beweging om zijn directe bemoeienis met oorlogsgetroffenen op een andere leest te schoeien. Geleidelijk aan zijn de ooggetuigen van de jaren '40-'45 immers aan het uitsterven. Ter voorbereiding van dit programma nodigde het ministerie Riemer Knoop uit een essay te schrijven over de omgang met erfgoed en de rol van de overheid daarin, toegespitst op de materiƫle nalatenschap van wie de oorlogsjaren bewust had meegemaakt. De centrale vraag was: waar ligt de verantwoordelijkheid voor dat erfgoed, en waarom? Bijgaand artikel is een bewerking van enige gedachtenlijnen uit het essay Tussen ooggetuigen en erflaters: denken over het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog



Geachte bezoeker,

De informatie die u nu opvraagt, kan door psychotraumanet niet aan u worden getoond. Dit kan verschillende redenen hebben, waarvan (bescherming van het) auteursrecht de meeste voorkomende is. Wanneer het mogelijk is om u door te verwijzen naar de bron van deze informatie, dan ziet u hier onder een link naar die plek.

Als er geen link staat, kunt u contact opnemen met de bibliotheek, die u verder op weg kan helpen.

Met vriendelijke groet,
Het psychotraumanet-team.


Referentie: 
Riemer R. Knoop | 2008
In: Cogiscope = ISSN 1871-1065 | 4 | 3 | 26-32
Trefwoorden: 
cultuurbeleid, erfgoed, overheid, Tweede Wereldoorlog (1939-1945)